In de naoorlogse periode ondergaat Hasselt grote veranderingen. De bouw van het cultuurcentrum sluit daar naadloos bij aan. Toch is er sprake van een heel Hasselts project, van een Hasselts compromis zelfs.
Tot de jaren 1950 zag het gebied rond het huidige cultuurcentrum er helemaal anders uit. Het Virga Jesseziekenhuis stond er nog niet. De Sint-Catharinakerk werd pas toen gebouwd, en de Kunstlaan, die de kleine ring zou verbinden met het plein voor de nieuwe kerk, was nog niet aangelegd. Aan de zuidoostelijke zijde werd de Grote Ring zelfs pas in de vroege jaren 1980 gesloten. Het cultuurcentrum lag dichtbij het centrum, maar was in de jonge jaren ruimtelijk nog sterk verbonden met het hinterland.
Van alle nieuwe ontwikkeling in het naoorlogse Hasselt is die van de Twee Torenwijk de meest beruchte. De volkse buurt De Beek moest rond 1970 wijken voor een Amerikaans aandoend megaproject met een winkelcentrum, een bioscoop, een ondergrondse garage en twee torengebouwen, en dat op een steenworp van de Grote Markt in de al krappe binnenstad. Het protest tegen een dergelijk, als ongepast ervaren ingreep, klonk luid. Sindsdien blijft het begrip ‘schaalbreuk’ sterk resoneren in Hasselt.
Het cultuurcentrum doet in zijn architectuur eveneens erg Amerikaans of International Style aan. Een vergelijking met de vele projecten van Skidmore, Owings en Merrill houdt beslist steek. Maar het CC lijkt de fout van de schaalbreuk, nochtans in exact diezelfde periode, niet te maken. Er is een vorm van stadsplanning voelbaar in de directe omgeving, met de Kunstlaan met onder andere het conservatorium, het Katarinaplein, de Casterwijk … En het cultuurcentrum maakt daar deel van uit. Het is niet zomaar neergepoot aan de rand van de binnenstad. Bovendien is het een gebouw met meerdere gezichten, en die zijn opvallend vriendelijk en uitnodigend voor een dergelijk groot laatmodern complex.
Aan de ene kant is het cultuurcentrum een representatief gebouw, een provinciehoofdstad waardig. Aan de andere kant is het een bijzonder laagdrempelig huis voor een hele gemeenschap. Niet alleen ambitieuze of experimentele toneelvoorstellingen en klassieke concerten vinden er plaats, ook socio-culturele bijeenkomsten en volkse feesten krijgen er een dak boven het hoofd. De architectuur van Isgour weerspiegelt dat zowel in de diverse zalen als in de zones tussen de vertrekken met een duidelijke bestemming. Dat maakt van het CCHA een toekomstgerichte structuur, die opvallend goed uit een tamelijk recente renovatie gekomen is, klaar voor nog vele decennia. In belangrijke mate heeft dat te maken met het mooie evenwicht tussen generiek en uitnodigend dat Isgour vond, en dat in een tijdperk waarin het cultuurcentrum nog een volledig nieuwe ontwerp- en bouwopgave was.
Geschreven door Roel De Ridder