In tegenstelling tot het hedendaags bouwen, wordt de werf van het cultuurcentrum in de jaren 60-70 gekenmerkt door korte productieketens en lokale traceerbare grondstoffen. Met uitzondering van het bekistingshout, waren alle bouwmaterialen afkomstig uit Belgiƫ. Het beton werd ter plaatse op de werf geproduceerd.
De materiaalcatalogus van de aannemer toont de eenvoud van het materiaalgebruik en werd zelfs gepubliceerd in de krant. Dit geeft aanleiding om het gebouw te analyseren als een samengesteld pakket van grondstoffen: van de hoeveelheid aan staal en beton tot het aantal deuren. Nieuwe tekeningen leggen de link tussen deze opsomming aan bouwmaterialen en de architectuur van het gebouw.