Rol van Isia Isgour in Limburg

Dankzij contacten met de Société Générale die Isgour in Brussel wist op te bouwen, kreeg de architect al vroeg in zijn carrière opdrachten in de Limburgse mijnstreek. Vooral in de relatief laat ontwikkelde mijngemeente Houthalen, waar de Société hoofdaandeelhouder in de steenkoolmijn was, bouwde hij. Naast de mijnwerkers-, bedienden-, ingenieurs- en directeurswoningen, logementshuizen, kloosters, verschillende scholen, de mijnbouwschool, ontwierp hij ook een moderne mijnkathedraal voor de cité van Meulenberg bij Houthalen. Na de ramp in Marcinelle zag het er echter slecht uit voor de mijnen, en de grote kerk werd nooit gebouwd. Ondanks de gebreken van een grote, geplande wijk, leverde meewerken aan een dergelijke minisamenleving, zoals in Meulenberg, Isgour een ton ervaring op met diverse bouwprogramma’s.

Zijn introductie in het (internationale) modernisme kwam er al via zijn medewerker Constantin Brodzki, die mee aan het cultureel centrum of Casino van Meulenberg tekende. Dat laatste is bovendien een gebouw dat te midden van de mijnwerkerswoningen staat, en in die zin een democratische voorbode lijkt van het Hasseltse cultuurcentrum.

Foto CCHA, Scale Collective

In Lanaken was Isgour verantwoordelijk voor het ontwerp van het Medisch Centrum Sint-Barbara, het officiële ziekenhuis van de zeven Limburgse mijnzetels. Een sanatorium gericht op de typische luchtwegenproblemen gelinkt aan de mijnbouw is een kolfje naar de hand van de functioneel ingestelde Isgour. Zijn bekendste gebouw in Limburg, eveneens in het groen gelegen, is waarschijnlijk het Zwembad van Genk, gekenmerkt door het gigantische vrijdragende schaaldak. Ook in Sint-Lambrechts-Woluwe en in Hasselt bouwt Isgour zwembaden. Het laatste werd afgebroken.

Het modernisme van Isgour is niet zo streng als dat Mies van der Rohe, niet zo sculpturaal als dat van de late Le Corbusier en zijn adepten, maar ook niet zo zacht-menselijk als dat van Alvar Aalto. Het is eerder Amerikaans-internationaal, in het verlengde misschien van de architectuur van de naar Harvard uitgeweken Bauhausopricher Walter Gropius. Of in de lijn van de veramerikaniseerde variaties op Mies van Skidmore, Owings en Merrill. Isgours beste werk is weinig pretentieus, maar toch ontegensprekelijk modern.

Isgour gaat anders te werk dan Paul Felix (zie de bibliotheek van Hasselt) en Alfons Hoppenbrouwers (zie de Filip Neri middenschool in Houthalen), laatmodernisten die beiden meer de ‘zwaarte’ leken op te zoeken. Zijn architectuur is verfijnder en minder generiek dan die van de jonge Michel Jaspers (zie de voormalige kantoren van Concentra, de voormalige Generale Bank aan de Ridder Portmansstraat). Jaspers was trouwens ook niet vies van wat transatlantische inspiratie. Misschien is de Amerikaanse twist wel passend voor de ‘new frontier’ die het industrialiserende Limburg – met de zeven mijnzetels en later Ford Genk en Philips Hasselt – toen was.

Geschreven door Roel De Ridder