Oude startpagina

EXPO

In 1956 besluit de Hasseltse gemeenteraad om het eerste cultureel centrum in Limburg te bouwen. Het modern complex mag geen ivoren toren zijn, maar moet cultuur openstellen voor het brede publiek. De Brusselse architect Isia Isgour ontwerpt een functioneel gebouw in een eenvoudige structuur van beton, staal en glas. Na zijn onverwachte overlijden hebben architecten Louis Peeters en Etienne Vreven dit project met verve verder opgevolgd. In 1972 opent het cultureel centrum zijn deuren.

Veel naoorlogs erfgoed in België staat vandaag ter discussie, of wordt zelfs afgebroken, omwille van betonrot, kostprijs … Het CCHA daarentegen kent al 50 jaar een bruisend cultuurleven. De grensverleggende culturele infrastructuur uit de jaren 60 geeft, met zijn unieke locatie in Hasselt en de vrijheid van ruimte, veel mogelijkheden voor de toekomst.

In deze expo wil Architectuurwijzer bezoekers met nieuwe ogen naar het cultuurcentrum laten kijken. We illustreren hoe zorgvuldig dit modernistisch gebouw is ontworpen én gebouwd in een periode waarin het begrip ‘vrije tijd’ zijn intrede doet. In nieuwe tekeningen worden de materialen, onzichtbare structuren, bijzondere maatvoering en mooie details van het gebouw uitgelicht. Oude foto’s en plannen tonen de tijdsgeest van de jaren 60-70. Tot slot komen verhalen aan bod van de burgemeester, de architecten, de aannemer en de stielmannen die betrokken waren bij de bouw.

Ter gelegenheid van een nieuwe samenwerking met Architectuurwijzer heeft het CCHA de kleine exporuimte in een nieuw jasje gestoken. De jaren 80 toog, de voorzetwanden, de versleten tapijt en gordijnen zijn verwijderd. De architectuur van Isia Isgour met bakstenen muren, houten wanden en bijzondere stalen raamprofielen is hier in ere hersteld.

VISIE VAN ARCHITECT ISIA ISGOUR

Het cultuurcentrum Hasselt is de laatste verwezenlijking van de befaamde modernistische architect Isia Isgour, gevestigd in Brussel. Via de Société Générale, hoofdaandeelhouder van de steenkoolmijn te Houthalen, kreeg de architect diverse opdrachten in de Limburgse mijnstreek. Hij bouwde er mijnwerkers-, bedienden-, ingenieurs- en directeurswoningen, tevens logementshuizen, kloosters, scholen en het casino in de cité Meulenberg. Zijn bekendste gebouw in Limburg is wellicht het zwembad van Genk met een gigantisch vrijdragend schaaldak. Over de rol van Isia Isgour in Limburg kan je meer lezen.

Isia Isgour ontwerpt het cultuurcentrum Hasselt, in samenspraak met Peeters en Vreven, als een sober en open modern gebouw, aan de rand van de binnenstad. Het gebouw wordt gekenmerkt door een grid van zwarte stalen kolommen waarop vloerplaten lijken te zweven. Met het doorzichtig karakter van de glazen gordijngevels streefde Isgour, geïnspireerd door de befaamde Duits-Amerikaanse architect Mies van der Rohe, naar een maximale verbinding tussen binnen en buiten. De grote foyer is royaal gedimensioneerd, wat zorgt voor een genereuze ruimtelijkheid en veel ‘leegte’ voor ontmoeting. Brede trappen en patio’s maken van de foyer een dynamisch en vloeiend geheel.  Enkele gesloten volumes uit metselwerk doorbreken de hoofdstructuur. Het gebouw verschaft onderdak aan twee theaterzalen, twee foyers, een feestzaal, vergaderlokalen, kleedkamers voor musici en acteurs, lokalen bestemd voor de jeugd en administratieve ruimten. In de beschrijvende nota van het gebouw beschrijven de architecten meer in detail hun visie.

Amper drie weken na de eerste steenlegging overlijdt Isia Isgour plots. Zijn collega’s Vreven en Peeters zorgen in een nauwe samenwerking met de aannemer en de burgemeester voor de verdere uitvoering van zijn architecturale visie.

Isia Isgour, archief CCHA

VAN AMBITIE TOT GEBOUW

De ambitie van het cultuurcentrum Hasselt krijgt vorm dankzij een intense samenwerking tussen drie visionaire spelers: een burgemeester met een droom, een nauwgezet en doorgedreven architectenteam en een aannemer met lef. Binnen de tijdsgeest van vooruitgangsoptimisme en verandering werkten zij elk vanuit hun eigen achtergrond aan dezelfde missie: een cultuurcentrum zowel als een representatief gebouw van de provinciale hoofdstad, als een laagdrempelig huis voor een breed en divers publiek. In een exclusief nummer van De Hasselaar uit december 1972 beschrijven toenmalig burgemeester Meyers, minister Van Mechelen, minister Claes, Piet Jaspaert (eerste directeur CCHA) en G. Ottenbourgh (voorzitter Stedelijke Cultuurraad) hun kijk op het gebouw. Ook de architecten Vreven en Peeters en aannemer Gerard Houben beschreven hun ervaringen uit het bouwproces in De Hasselaar, naast de plannen van het gebouw.

Cultuurcentrum Hasselt, archief CCHA

In de expo wordt de weg van ambitie tot gebouw zichtbaar gemaakt op een tijdslijn. Het toont de rol die deze figuren speelden in het complexe ontwerp- en bouwproces. Maar liefst 18 jaren, inclusief een lange werffase van 6 jaar, waren nodig om een droom van de stad Hasselt om te zetten in een cultuurgebouw.

50 JAAR LEVEN IN CCHA

De democratisering van cultuur gebeurde niet enkel door het nieuwe gebouw, maar ook door het programma. Piet Jaspaert bleek hiertoe de geknipte eerste directeur van het CCHA. Hij werd slechts twee weken voor de opening aangesteld. Zijn eerste opdracht bestond uit het verzamelen van budget, personeel en meubilair om vervolgens een cultureel programma in elkaar te steken. Dat omvatte niet alleen ambitieuze of experimentele toneelvoorstellingen en klassieke concerten. Ook socio-culturele bijeenkomsten en volkse feesten kregen er vanaf de beginperiode een dak boven het hoofd. Dit gevarieerd programma paste perfect binnen de architectuur van het CCHA, met een samenspel van generieke en uitnodigende zalen gelegen tussenin ‘lege’ zones. 

Het succesvol functioneren van het cultuurcentrum gedurende vijftig jaar is niet enkel te danken aan het doordacht ontwerp van het gebouw,  maar ook aan de continue zorg door alle volgende  directeurs. Ook de recente verbouwingen door a2o-architecten hebben ervoor gezorgd dat het gebouw voldoet aan de hedendaagse noden van gebruik en comfort. Vandaag wordt nagedacht over nieuwe plannen om het gebouw energiezuinig te maken.

Tentoonstelling Ford, archief CCHA
Bezoek koning Boudewijn & koningin Fabiola, archief CCHA

EEN UITVOERING IN HANDEN VAN STIELMANNEN

Voor de geslaagde uitvoering van deze complexe werf waren niet enkel de architecten van cruciaal belang, maar ook de projectleiders en de stielmannen.  

George Cuyvers, de tekenaar van architect Peeters, nam de werfcontrole op zich. Aan zijn tekentafel in de werfkeet bedacht hij de laatste bouwdetails, terwijl hij de werf coördineerde. Hij stond in nauw contact met de architecten en met ingenieur Lipski uit Brussel die de beton- en wapeningsplannen opmaakte. Een tweede stielman was Henry Van Werden, de projectleider van de aannemer. Als ex-mijnwerker had hij in de mijnen geleerd om zeer precies uit te meten en te werken. Hij leidde het team van bekisters en metsers en coördineerde de onderaannemers voor de specifieke afwerkingen. Ook de stad was zeer aanwezig op de werf, met hun projectleider Daniels.

Aannemer Gerard Houben toonde een grote fierheid over zijn vakmensen in zijn brief aan de burgemeester: “Opmerkelijk is wel dat op een werf, waar, alleen door mijn personeel, ruim 260.000 werkuren werden gepresteerd, waarvoor een personeelsverplaatsing over 55.000 km gebeurde, een niveauverschil van 32 m bestond, er geen enkel ernstig werkongeval plaats had. (…) Ik zie ze nog – de metselaar op de stellage, de bekister, de vloerder – ik herinner me de kritieke fazen, ik beleef weer met ze de trots van een geslaagde onderneming… Hun vakwerk is onze fierheid.”

Controle van proefkubussen, archief Houben

EENVOUD EN HARMONIE IN MATERIAALGEBRUIK EN STRUCTUUR

In tegenstelling tot het hedendaags bouwen, wordt de werf van het cultuurcentrum in de jaren 60-70 gekenmerkt door korte productieketens en lokale traceerbare grondstoffen. Met uitzondering van het bekistingshout, waren alle bouwmaterialen afkomstig uit België. Het beton werd ter plaatse op de werf geproduceerd.

De materiaalcatalogus van de aannemer toont de eenvoud van het materiaalgebruik en werd zelfs gepubliceerd in de krant. Dit geeft aanleiding om het gebouw te analyseren als een samengesteld pakket van grondstoffen: van de hoeveelheid aan staal en beton tot het aantal deuren. Nieuwe tekeningen in de expo leggen de link tussen deze opsomming aan bouwmaterialen en de architectuur van het gebouw.

Tekening staalstructuur, Architectuurwijzer
Werf CCHA, archief Houben

CCHA ALS NIEUWE STEDELIJKE ONTWIKKELING

Foto CCHA, archief Houben

In de naoorlogse periode ondergaat Hasselt grote veranderingen. Aan de hand van tekst en historische kaarten wordt duidelijk hoe de bouw van het cultuurcentrum deel uitmaakte van nieuwe stadsontwikkelingen buiten de kleine ring. Het CCHA, het Virga Jesseziekenhuis en de Sint-Catharinakerk worden in eenzelfde tijdperk gebouwd en geconcipieerd als paviljoenen in het groen. Met de aanleg van de Kunstlaan, het conservatorium, het Katarinaplein, de Casterwijk, … wordt dit deel van Hasselt vervolledigd. 

Voor de buitenaanleg rond  het CCHA was er initieel geen budget. Zo bleef het gebouw lang in een open braakliggend gebied liggen, gekenmerkt grotendeels door parking. Toekomstplannen van de stad tonen in de expo hoe het CCHA op termijn wel binnen het stadspark van Hasselt komt te liggen.

CULTUUR EN SPORT: DE OPKOMST VAN VRIJE TIJD

Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw maakt het traditionele ritme van zes dagen werken en een zevende dag rust plaats voor verkorte arbeidstijden en meer vrije tijd. In toenemende mate neemt de staat de verantwoordelijkheid op zich voor het sociaal welbevinden van de bevolking. Concreet krijgen gemeenten vanaf 1965 de kans op 60 % subsidies voor de bouw van een dergelijk centrum. In contrast met vooroorlogse cultuurhuizen, horen deze nieuwe ontmoetingsplekken te worden gericht op een breed publiek. Een democratisering van cultuur en sport ontspringt. 

In de expo toont een kaart van Vlaanderen hoe vanaf de jaren ‘60 een geografisch netwerk van culturele centra en sportinfrastructuren als paddestoelen uit de grond schiet. Met het besluit van 1956 om een cultureel centrum te bouwen, was de stad Hasselt zijn tijd dus ver vooruit. De uiteindelijke bouw komt dankzij de subsidies in een stroomversnelling terecht. Hoewel gemeenten vandaag nog steeds de vruchten van deze ambitieuze droom plukken, staan helaas enkele van hen ook ter discussie of worden ze zelfs met afbraak bedreigd.

EEN GENEREUZE RUIMTELIJKHEID

Genereuze ruimtelijkheid van grote foyer, tekening van Maria Malgorzata Olchowska

Kenmerkend voor de modernistische architectuur van de jaren 60-70 heeft Isia Isgour  het cultuurcentrum ontworpen als een harmonieuze en zorgvuldig geproportioneerde compositie van elementaire volumes en zwevende vlakken. Open en gesloten delen wisselen elkaar af en creëren spanningsvelden. Tussen de gesloten volumes van de zalen ‘stroomt’ de ruimte van de foyer, met diverse zichten op de stad en een horizon die nooit eindig is. Nieuwe tekeningen van Maria Malgorzata Olchowska tonen in de expo de kracht van dit ontwerp.

Zeer opmerkelijk is de perfecte uitlijning van de diverse gebouwonderdelen, zoals de bakstenen, de kolommen, de gevelprofielen en de vloer- en plafondtegels. De slanke kolommen lijken oneindig en doorboren de vloeren en plafonds als naalden. De horizontale voegen van de tegels sluiten perfect aan op de verticale raamprofielen, alsof horizontale en verticale vlakken een naadloos geheel vormen. Ook tussen binnen en buiten lopen de voegen van de tegels perfect op één lijn. Dit lijkt een eenvoudig samenspel van lijnen, maar vraagt tijdens de uitvoering om een zeer ingenieuze detaillering en maatvoering van de structuur tot en met de technieken. Nieuwe gedetailleerde bouwtechnische tekeningen geven in de expo een inzicht in dit lijnenspel.

COLOFON

Een expo van Architectuurwijzer i.s.m. CCHA

Curator: VOET architectuur met Caroline Voet en Laura Steenbeke

Scenografie & illustraties: York Bing Oh en Gosia Malgorzata Maria Olchowska

Grafisch ontwerp: Jean-Michel Meyers

Met medewerking van Scale Collective (Lynne Jansen, Catheline Roggen, Elvira Vanmuysen), Laura Lievevrouw (KU Leuven), Peggy Totté, Roel De Ridder, Brent Vanheyst, Lieve Drooghmans (AW)

Gebaseerd op interviews met Ewald Houben, Piet Jaspaert, Marcel Reyskens, Gerhard Verfaillie, Luc Vanmuysen 

Met dank aan volgende archieven: Houthalen-Helchteren, CCHA, privé archief Houben, CIVA collections Brussel, stadsarchief Hasselt, doctoraatsonderzoek Janina Gosseye over vrijetijdsarchitectuur (KU Leuven)

Dankzij de steun van Vlaanderen, Provincie Limburg, stad Hasselt, stad Genk, C-mine cultuurcentrum, UHasselt Architectuur en Kunst, Z33, Cera, CPE, Tarkett, Vandersanden, Cedral, Equitone, Steven Massart fotografie

MEER OVER AW

Architectuurwijzer (AW) is een culturele architectuurvereniging die wil bijdragen aan kwalitatieve architectuur in Vlaanderen. AW gaat op zoek naar goede praktijkvoorbeelden en reflecteert over de kracht van het architecturaal ontwerp, de ambacht van het bouwen, het opdrachtgeverschap, de maatschappelijke context en de beleving door gebruikers. Modernistisch erfgoed en wonen zijn centrale thema’s binnen de werking.

Artistiek coördinator: Peggy Totté
Zakelijk coördinator: Iris Peeters
Coördinator communicatie: Lieve Drooghmans

www.architectuurwijzer.be
info@architectuurwijzer.be

PERS

Een eerste mooie reportage van TVLimburg over de expo!

Perscorrespondenten op zoek naar meer info over de tentoonstelling, kunnen contact opnemen met lieve@architectuurwijzer.be.

Beeldmateriaal staat ter beschikking via Flickr. De beelden mogen gebruikt worden als er een relatie is met de tentoonstelling. Gelieve telkens de projectnaam te vermelden, plus ook de naam van de fotograaf.

Een overzicht over onze persreportages is consulteerbaar via de website van Architectuurwijzer.